Blog: Je moet de schoffel het werk laten doen

25 jaar geleden, toen mijn man zijn studie afrondde, lagen de banen niet voor het oprapen. Zodoende kwam hij via het uitzendbureau terecht bij de plantsoenendienst. Daar leerde hij (en ik met hem) de zegswijze: “Je moet de schoffel het werk laten doen.” Vaak moet ik daar nog aan denken als ik leerlingen begeleid.

Leerlingen die bij mij komen hebben moeite met wiskunde. Sommigen, omdat ze dat hele exacte denken gewoon moeilijk vinden. Anderen, omdat ze zichzelf er niet toe kunnen zetten om huiswerk te maken. Daardoor missen ze routine en gaat het maken van opgaven op een toets te traag. In de begeleiding ga ik met de leerling aan de gang door uitleg te geven, terwijl we sommen maken. In eerste instantie schrijf ik dan de uitwerking op, zodat een leerling ziet hoe het moet. Hoe verleidelijk is het om dit te blijven doen. De leerling hangt achterover in de stoel en kijkt mee hoe ik werk.

Maar: ‘Je moet de schoffel het werk laten doen.’ Ook als die ‘schoffel’ een tiener is met minimale motivatie. Of een tweede klasser die zegt dat hij het echt wel kan, maar voortdurend pech heeft met de toetsen die veel moeilijker zijn dan het boek. Of een leerling met faalangst die al zo vaak bevestigd is in het feit dat ze het toch niet kan. De ‘schoffel’ moet mee blijven schrijven en als hij twijfelt of het niet snapt, zijn wij er als ouders en begeleiders om hulp te geven door middel van hints of een stap voor te doen.

Niet alleen in de begeleiding trap ik in deze valkuil. Ook met mijn eigen kinderen overkomt het me. Vaak hebben wij als ouders het gevoel dat we het toch net iets sneller en efficiënter kunnen dan onze kinderen. Maar daar leren onze ‘schoffels’ niets van. Ze moeten het echt zelf doen en ervaren. Dat ze daarbij fouten maken en dat het daardoor langer duurt, is niet erg, maar juist leerzaam.

In deze coronatijd waarin we afstand moeten houden, online werken of met een spatscherm ertussen, worden we al een beetje op weg geholpen. De leerlingen die bij mij komen of online les krijgen, moeten zelf overschrijven wat ik voordoe. En dan heeft de ‘schoffel’ zijn eerste werk al gedaan. Daarna kan hij of zij zelf een volgende som doen. En als het fout gaat, is er een begeleider die aanwijzingen geeft. Dan heeft de leerling zelf een opgave opgelost en dat geeft zelfvertrouwen.

En nu maar hopen dat al die ‘schoffels’ ook in deze rare tijd met de extra hulp die ze thuis en bij de bijlessen krijgen, gaan slagen of overgaan naar een volgend niveau.

Joke Wiersma

Leerlingbegeleiding Bennekom