Je kind zit op de middelbare school en staat voor allerlei uitdagingen. In deze levensfase zijn onze pubers op weg naar meer zelfstandigheid terwijl ze nog niet altijd alles kunnen overzien. Waar sta je als ouder het beste om je kind bij te staan?
17:30, ik kom thuis. De schuttingdeur staat wagenwijd open, de fiets van mijn zoon een makkelijke prooi voor voorbijgangers die niets goeds in de zin hebben. Ik manoeuvreer mijn fiets eromheen en zet hem in de schuur, schuttingdeur dicht.
Binnen stap ik over schoenen en her en der verspreide gymkleren heen. Mijn zoon hangt op de bank met een iPad op schoot en kijkt niet op terwijl we elkaar begroeten. Het lukt me om eerst mijn jas op te hangen en mijn schoenen te verwisselen voor pantoffels voor ik voorzichtig vraag: “Heb je nog veel te doen voor morgen?” De verwachte geïrriteerde reactie blijft niet uit: Terwijl hij verwoed op de iPad tikt, zijn gezicht in een grote zorgelijke frons, sist hij: “Doe ik straks!”
“Wanneer dan? Je hebt straks nog volleybal.”
Dat blijkt nog meer olie op het vuur. “Als het spelletje klaar is!”
Ik overweeg te vragen wanneer dat dan is, maar ik besluit 10 minuten te wachten of hij vanzelf stopt. En hem daarna te reminden om zijn spullen van de grond te ruimen.
Enigszins herkenbaar?
Je kind is er een kei in om allerlei uitstelpraktijken toe te passen. Je bent een spelbreker wanneer je over huiswerk begint. En daardoor ontstaan er regelmatig spanningen in huis. Voor je het weet gaat het vooral over school.
Helpt het om streng te zijn en alles te controleren? Of is het beter om alles los te laten zodat je kind zelf zijn weg kan vinden door vallen en opstaan?
Als ouder en door voorbeelden uit mijn praktijk heb ik geleerd een balans te zoeken tussen de twee uitersten. Elk kind heeft weer iets anders nodig, er is geen standaardrecept. Wel heb ik ontdekt dat er een aantal basis ingrediënten zijn die goed werken. Deze zou ik graag met andere ouders willen delen. Extra ingrediënten toe te voegen naar eigen stijl!
De basis ingrediënten:
Vragen aan je kind wat het nodig heeft van jou:
Bijvoorbeeld vanuit je kind gezegd:
- Je mag mij 1x per dag helpen herinneren aan het huiswerk.
- Ik wil 1x per dag met je overleggen hoe ik het ga aanpakken
- Ik vraag alleen hulp indien nodig, ik zal van te voren aangeven als ik overhoord wil worden
Mijn jongste zoon kwam met het idee dat ik 1 keer per dag een virtuele kaart mocht inzetten, waarmee ik een vraag mocht stellen over school. Deze moet hij dan ook 1 keer per dag aannemen en in mijn ervaring nam hij deze meestal meteen aan, dan was hij daar van af. Dit gaf rust. Voor mij omdat duidelijk was dat de verantwoordelijkheid nu bij hem lag en voor hem omdat hij dan niet steeds alert hoefde te zijn op gezeur over school. Hierdoor was hij opener voor gesprekken over andere dingen die hem bezig hielden.
Afspraken over afleidingen zoals smartphone, gamen, et cetera.
Door aan je kind te vragen hoe het wil omgaan met allerlei aantrekkelijke afleidingen stimuleer je je kind hier zelf over na te denken en geef je de verantwoordelijkheid steeds terug. En voelt hij of zij zich serieus genomen. Wanneer je bij een voorstel denkt: “Dat gaat toch nooit lukken”, geef je kind dan toch het vertrouwen en de kans te ontdekken of het werkt. Je kunt vragen of hij of zij open staat voor tips. Nee? Oké, je weet me te vinden wanneer je daar toch behoefte aan krijgt.
Cijfercultuur en proportie
De neiging om vooral op de resultaten te focussen zit diep ingebakken in onze maatschappij. Belangrijker vind ik het om ons te richten op hoe een kind zich ontwikkelt qua zelfvertrouwen, creativiteit en identiteit. Als ouder probeer ik uit te stralen dat ik er vertrouwen in heb dat mijn kinderen hun weg en plek zullen vinden als volwassenen. Natuurlijk is het fijn om goeie cijfers te halen en is er niets mis mee om ergens hard voor te werken, het liefst vanuit een intrinsieke motivatie. Als ouder kun je in een helikopterview zien en uitdragen dat er meer in het leven is dan school en cijfers.
Kijk in de spiegel
Regelmatig heb ik mijzelf erop betrapt dat ik mijn eigen gevoel op mijn kind projecteerde. Op een dag had mijn zoon nog niet zo goed geleerd voor een toets wiskunde en terwijl ik bezig was om in korte tijd de stof van een heel hoofdstuk uit te leggen, merkte ik dat ík zenuwachtig was voor zíjn toets! Toen ik mij dat realiseerde kon ik opgelucht ademhalen; hallo! Ik ben tenslotte niet degene die een toets moet maken!
En zo kon ik mijn perfectionisme en faalangst van vroeger weer van me af laten glijden. Zo kan ik er beter zijn voor mijn zoon en hem ruimte bieden zelf te ervaren binnen een veilige bedding. Want als hij me nodig heeft, ben ik er. Tot dan nestel ik me lekker op de bank met een mooi boek!
Linda Ideler
Moeder van 3 zonen
Kinder- en jeugdtherapeute
You-R-You.com