Als de Sint is aangekomen en december aangebroken, begint er een leuke tijd in mijn cellolespraktijk. Het Sint- en Kerst repertoire wordt overal vandaan gehaald; bij mij uit de twee dozen met daarop: ‘Sint en Kerst’ en bij de leerlingen uit hun map of ‘ja, ik had nog ergens blaadjes liggen…ik vraag mijn moeder wel om te zoeken’.
In elke les worden er dan wel liedjes van Sint gespeeld. Ook beginnende leerlingen die nog bezig zijn met het oefenen van enkel de vier snaren op de cello. Wat trouwens al een hele uitdaging is. Ik pas liedjes voor hen aan zodat ze mee kunnen spelen met de bekende melodie.
Zo worden er bijna ongemerkt nieuwe ritmes geleerd en komt er soms toch ook een nieuwe noot aan de beurt. De leerling maakt ineens een grote sprong in zijn ontwikkeling. Het gaat moeiteloos en vanzelf. Hoe kan dit? Het liedje zat al in je hoofd.
Cello leren spelen gaat over heel veel: hoe zit je achter je instrument, hoe hou je je strijkstok vast, hoe maak je een mooie klank. Van alles om te leren en daarbij worden je beide hersenhelften ingezet. Het onthouden van een liedje zit voornamelijk in de rechterhersenhelft. De rechterhersenhelft verzorgt emotie, ritme, ruimtelijk inzicht, overzicht, verbeelding, dagdromen, kleurherkenning, muziek en gevoel. Liedjes die je in je jeugd hebt geleerd (zoals de Sintliedjes) weet je je als volwassene vaak nog te herinneren. Mensen met de ziekte van Alzheimer kunnen bijvoorbeeld zichzelf niet meer aankleden (linkerhersenhelft), maar de liedjes uit hun jeugd kunnen ze foutloos zingen (rechterhersenhelft).
Het liedje zat al in je hoofd.
Als het liedje in je hoofd zit, komt het er goed uit.
Een mooie brug naar mijn werk als Kernvisie coach. Kernvisie methode werkt met kinderen die rechtsgeoriënteerd denken: zij gebruiken beeld en gevoel. Vaak wordt er in het onderwijs ingezet op een linksgeoriënteerde aanpak en daardoor ontstaan er problemen.
De Kernvisie methode gaat ervanuit dat als iets (een woord) goed in je hoofd zit, het er ook goed uitkomt. Dus als het beeld goed is….
Niet in stapjes het woord ‘uitleggen’, maar kijken naar het woord èn het voor je zien.
Zo gaat een kind dat onzeker wordt omdat het 9 van de 10 woorden fout schrijft, naar 9 van de 10 woorden goed. Eerst wat ongeloof; werkt dit? Ja het werkt! Een stralend koppie en aan het eind van het traject een zelfverzekerd kind dat weet hoe het kan leren.
Daar doe je het allemaal voor.
Fijne decembermaand!