Wat hebben de theaterexpertises als “improvisatie “, ” je impuls volgen”, “stiltes laten vallen”, “L.I.R” (luisteren, incasseren, reageren), “L.S.D”(luisteren, samenvatten, doorvragen), “regie houden” en nog vele andere vaardigheden te maken met opvoeden, ontwikkeling en onderwijs?
Net als in het theater neem ik jullie mee naar een verhaallijn. Hoe deze precies gaat verlopen, weten we aan het begin nog niet. Wat we wel weten, is dat we verwachtingsvol kijken naar wat er op het toneel gaat gebeuren en gaat ontstaan.
“Zal het spannend zijn?, vraagt je buurvrouw. ” Achter je hoor je: “Ik denk dat we veel spektakel gaan zien, dat kan niet anders”. Op het balkon hoor je een kind zijn ouder vragen: “Wat gaat er allemaal komen? En wat is dat daar? Waarom kijken zij zo?”
Op al deze vragen en aannames weet je het antwoord ook niet. Ergens zou je maar al te graag in die glazen bol willen kijken om te kunnen voorzien wat zich op het “strijdtoneel” zal gaan afspelen. Om antwoorden te kunnen geven. Òf om aannames te kunnen weerleggen.
Of toch niet?
Immers: vooraf al weten hoe het toneelstuk of een film afloopt is ook jammer, toch? Dan missen we de verrassende plottwisten. Dan hebben we niet plotseling die gelukstraan. Dan zien we nu al gruwelijke zaken. Waarschijnlijk wordt het leven dan saai of misschien wel heel beangstigend of te vastomlijnd.
Je kijkt naar het toneel. De rode doeken gaan open en daar sta je: IN DE HOOFDROL. “IK?” , denk je. “Ik ga weg. Iedereen kijkt. Ik heb toch helemaal niet gevraagd om in de belangstelling te staan!? Laat me gaan!”
Een apart gevoel overvalt je. Je denkt: ” Ik zit hier in die zaal en zie mezelf : in de zaal èn op het toneel.” Nu wil je helemaal verdwijnen: oplossen in het niets.
“Hou hier mee op!” schreeuw je. “Hier heb ik toch geen zin in!”. “Ik heb wel wat beters te doen!”, geef je nog wanhopiger aan….. Stilte…
“Kan iemand mij hier weghalen?”, vraag je zo zacht dat bijna niemand het kan horen.
Op het toneel verschijnen twee kinderen, ze lopen hand in hand. Je kent ze allebei. En heel goed zelfs. Langzaam lopen ze naar het midden van het toneel, waar jij nog altijd (ook) staat. Ze kijken je liefdevol en tegelijkertijd verwachtingsvol aan.
Het beeld wisselt van een totaalbeeld vanuit de zaal naar een close shot vanaf het toneel zelf. Bekeken vanuit jouw ogen dus. (Immers deze verhaallijn is jouw verhaal: met jou in de hoofdrol èn ook met jou kijkend vanuit de zaal naar je eigen verhaal)
Je kijkt diep in de ogen van de kinderen die nog altijd hand in hand staan. Je kijkt, voelt en blijft hen stil recht in de ogen aankijken. Je ervaart zoveel dat je nog niet goed voelt hoe je zal reageren.
“Wat zal ze gaan doen?”, hoor je drie rijen voor je. “Wat lijken die kinderen op haar, hè”, hoor je schuin achter je. “Nou, doet ze nog wat, of hoe zit het?” , klinkt het scherp. Je kijkt om je heen.
De zaal is ineens bijna helemaal leeg… leeg? Er komt een diepe verwarring over je heen. Wordt er dan toch níet naar me gekeken….?
Je kijkt de twee kinderen weer diep in hun ogen aan. Zo bijzonder dit te ervaren : het verwachtingsvolle, het liefdevolle en bovenal deze twee te zien: hand in hand. Je jongere zelf hand in hand met je eigen kind. Je geeft je over aan de verwarring die zich nog intenser aan je openbaart.
Je bent nog altijd stil en dan volg je je hart en zeg je: “wat kan ik voor je doen, schatje?” Stilte….
“Schat? “….. stilte opnieuw. “Wat nu?” , denk je. De ogen vertellen heel veel en de stilte is desondanks zo luid. Het maakt dat je voelt dat je iets anders wil doen. Iets anders moet doen.
Je kijkt om je heen en ziet een steen ter grootte van een perzikenpit. Je loopt er naar toe en pakt hem op. De steen is goud geschilderd en ineens bedenk je je dat je juist deze steen aan deze twee kinderen (jouw innerlijk kind en je kind van 4jr) wil geven. Een schat, een goudklompje, voor in hun rugzakje.
Met dikke knuffels word je ontvangen en bedankt; een parel in de vorm van een traan rolt over jouw wang.
De hoop, de vrijheid, de puurheid en de joy , die nu zo voelbaar zijn, heb je zo gemist. Zij brachten het naar de oppervlakte.
Jij bracht het naar de oppervlakte. Door stilte, door in het licht te gaan staan, door te luisteren, te incasseren en vanuit verbinding en gevoel te reageren. Op je (innerlijke) kind. Door naar jezelf te kijken.
Je sluit je ogen even om precies dit moment te koesteren. Om in je geheugen en bovenal in je hart op te slaan, zodat je je elke dag weer herinnert: het vinden van “goudklompjes” en “je schat” in elke situatie. Hun hart vinden èn jouw hart.
Deze stap wil je maken. Elke dag; een kleine trede op de trap op weg naar het vervolg van je eigen verhaallijn. Met regie in eigen hand.